Bij verschillende temperaturen van het medium en de omgeving en tegelijkertijd een hoge luchtvochtigheid kan er in de druksensor condens vormen. Dit leidt vervolgens tot de aantasting van de elektronica of de sensor door corrosie.
Komt vaak voor bij:
Oplossing:
toevoeging/631 - ingegoten versie
Door het afdichten van de sensor met siliconen-gel wordt het luchtvolume in de sensor zodanig gereduceerd dat er geen schadelijke hoeveelheid condensaat kan ontstaan.
Waarvoor?
De NP-instelling is belangrijk wanneer een hoge meetnauwkeurigheid vereist is.
Het nulsignaal van een drukzender kan veranderen:
De stabiliteit op lange termijn (max. nul-signaalafwijking per jaar) is een kwaliteitskenmerk en moet in de databladen worden gespecificeerd.
Wanneer en hoe vaak?
Als een hoge nauwkeurigheid vereist is, adviseert JUMO:
Voor bepaalde fabrieken, bijvoorbeeld elektriciteitscentrales, is een nul-signaalcontrole zelfs verplicht en moet deze worden gedocumenteerd.
Bij welke apparaten?
Nulcorrectie is alleen mogelijk op de meer geavanceerde instrumenten:
JUMO dTRANS p02 serie: |
|
digitaal, via toetsenbord of de HART interface |
JUMO CANtrans serie: |
|
digitaal, via CAN interface |
JUMO dTRANS p30 serie: |
|
analoog, d.m.v. potentiometer |
JUMO MIDAS serie: |
|
Geen nulcorrectie mogelijk |
Wat is het nulpunt?
Bij absolute druk: |
|
Absoluut vacuum (0 bar absoluut) |
Bij relatieve druk: |
|
Omgevingsdruk (0 bar relatief) |
Bij verschildruk: |
|
Gelijkheid van beide meetdrukken (0 bar DP) |
Meerdere kleppen voor eenvoudige nulregeling
Om het nulpunt tijdens het gebruik of op locatie zonder demontage te kunnen controleren, kan een meerwegklep ("Manifold") worden gebruikt:
Bij absolute druk: |
|
2-wegklep (voor aansluiting op de vacuümpomp) |
Bij relatieve druk: |
|
2-wegklep (open bij omgevingsdruk) |
Bij verschildruk: |
|
3-wegklep of 5-wegklep |
|
Probleem:
Voor bepaalde toepassingen, bijv. CIP-processen (CIP = Cleaning In Place), zijn hygiënische procesaansluitingen met een gegarandeerde
maximale oppervlakteruwheid RA nodig.
Druktransmitters van JUMO met spoeldrukaansluiting hebben een waarde van RA < 0,8 µm. Voor speciale toepassingen is echter een verbeterde ruwheid van RA < 0,4 µm vereist.
JUMO dTRANS p31
Branches:
Oplossing:
Oplossing/452 - Elektrolytisch gepolijst
Elektrolytisch gepolijste procesverbindingen bieden de verbeterde ruwheid van RA < 0,4 µm.
Probleem:
Als bijvoorbeeld een afsluiter zeer snel wordt gesloten, waardoor de leiding volledig wordt afgesloten, dan daalt de druk in de leiding plotseling naar nul. Hierdoor ontstaat een schokgolf die zich met de snelheid van het geluid in het medium tegen de stroomrichting in verplaatst. De schokgolf wordt gereflecteerd aan de uitgang van het vat, loopt terug naar de klepuitgang, wordt weer gereflecteerd, enzovoort.
De overlapping van de schokgolf en de weerkaatsing ervan in beide richtingen veroorzaakt een sterke stijging van de druk.
Deze verhoogde druk staat bekend als een drukpiek. Deze kan vele malen hoger zijn dan de werkdruk en dus de oorzaak zijn van de beschadiging van de sensor.
Druksensoren kunnen beschadigd raken
door drukpieken
Drukpieken worden vaak niet opgemerkt.
Oplossing:
Toevoeging/591 – Smoorspoel in het drukkanaal
De restrictor wordt in het drukkanaal gelast.
De restrictor laat de druk alleen door een beperkte opening gaan, in een zigzag pad. Dit vermindert de energie van de drukpieken die bij het sensormembraan aankomen.
Gebruiksaanwijzing:
Voorzichtig:
Intelligente zenders met digitale elektronica kunnen het meetsignaal in de sensor al omzetten van de oorspronkelijke drukeenheid naar een eenheid die beter geschikt is voor de applicatie.
Dit dient enerzijds om de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren en anderzijds om de overige apparaten in de meetketen te ontlasten.
Toepassingsvoorbeelden:
bij drukmeting: weergave in psi of Torr of kg/cm2
bij niveaumeting: display in cbm of liter of cmH20
bij stroommeting: weergave in cbm/h of liter/minuut
JUMO-apparatuur met schaalindeling
Bij de JUMO dTRANS p02-serie wordt door de schaalverdeling alleen de aanwijzing op het LCD berekend, terwijl de mA-waarde op de analoge uitgang niet wordt beïnvloed.
Bij de JUMO CANtrans-serie wordt door de schaalverdeling de meetwaarde direct gewijzigd en via de digitale CAN-bus naar de regelaar gestuurd.
Definitie:
De absolute druk pabs is de druk vergeleken met nuldruk in lege ruimte (vacuüm).
De relatieve druk prel is de druk vergeleken met de bijbehorende atmosferische druk pamb (luchtdruk).
Probleem:
De luchtdruk verandert voortdurend afhankelijk van de hoogte of de weersomstandigheden.
Daarom moet de druk relatief of absoluut worden gemeten, afhankelijk van de toepassing.
Voorbeeld absolute druk: luchtdrukmeting
De luchtdrukmeting is een absolute drukmeting.
Het kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor weersvoorspellingen of voor het meten van de hoogte.
De relatieve druksensor meet de druk prel (hydrostatische druk van de vloeistofkolom) en zet deze om in een elektrisch signaal.
Als de dichtheid van de vloeistof bekend is, is dit signaal een directe maat voor het vulniveau h.
Toepassingen o.a..
Fonteinen, meren, waterpartijen, zwembaden, containers, tanks, verwarmingssystemen, enz.
Voorbeeld: Ontluchting van een vat door middel van een vacuümpomp
Doel: de pomp uitschakelen bij een restdruk van 5 mbar abs.
Het doel is om de pomp uit te schakelen bij een restdruk van 5mbar. De tabel laat zien hoe dit kan worden gedaan met behulp van absolute drukmeting of relatieve drukmeting.
Alleen bij absolute druk wordt het schakelpunt constant
bepaald.
Staat van de installatie |
Bij mooi weer luchtdruk 960 mbar |
Bij slecht weer luchtdruk 940 mbar |
||
Meting absoluut |
Meting relatief |
Meting absoluut |
Meting relatief |
|
Vat geventileerd (atmosfeer) |
960 mbar abs |
0 mbar rel |
940 mbar abs |
0 mbar rel |
Vat leeg (Restdruk) |
5 mbar abs |
-955 mbar rel |
5 mbar abs |
-935 mbar rel |