In Duitsland wordt elk jaar meer dan 45 miljoen ton graan geoogst. Naast het watergehalte is de temperatuur een van de belangrijkste parameters bij de opslag om de kwaliteit te garanderen. De graanleider is tarwe, dat bijna de helft van de totale geoogste hoeveelheid uitmaakt. Een groot deel van het graan wordt opgeslagen tot verdere verwerking. Zelfs in juni - vlak voor de oogst - is er nog tot acht miljoen ton graan beschikbaar in silo's en soortgelijke opslagfaciliteiten.
Bij de opslag van graan moet met tal van parameters rekening worden gehouden. Het gaat onder meer om het drogen en ventileren tot de producten klaar zijn voor opslag en het voorkomen van mycotoxinevorming door schimmels. De stijging van de temperatuur na het bereiken van de opslagtemperatuur is een belangrijk signaal. Het is een teken van het voorkomen van graankevers.
Een verhoogde temperatuur is ook een aanwijzing voor te veel vocht of een te hoog watergehalte in het graan. In dat geval begint de kieming en stijgt de temperatuur. Vocht in de silo werkt ook aantasting door ongedierte en schimmels in de hand. Bij brouwgerst zijn kieming en de kiemkracht van doorslaggevend belang voor het verdere proces, in tegenstelling tot wat bij andere graansoorten het geval is. Daarom moet de brouwgerst voldoende belucht worden.
Temperatuurbewaking speelt bij dit type opslag een belangrijke rol. ATEX-goedkeuring is vereist voor de gebruikte temperatuursensoren. Vanwege het stof dat in graansilo's aanwezig is, worden deze beschouwd als explosiegevaarlijke gebieden.
Stof hoopt zich onvermijdelijk op in de loop van de bewerkings- en verwerkingsprocessen, als aanhangende deeltjes, als afslijting van de korrels en tenslotte als fijngemalen graanmeel. Deze stof - opgewerveld in de lucht - kan een explosieve atmosfeer vormen die in geen geval mag ontvlammen. Daarom moet niet alleen de eigenlijke productie-installatie, maar ook alle gebruikte meetapparatuur worden ontworpen en goedgekeurd conform de ATEX-richtlijnen. De kopruimte van silo's wordt in de meeste gevallen ingedeeld als zone 20, waarin bij normaal bedrijf een explosieve atmosfeer in de vorm van een wolk brandbaar stof in de lucht continu en gedurende lange tijd waarschijnlijk is.
Hoge temperaturen en een verhoogd watergehalte leiden tot enorme ademhalings- en kwaliteitsverlies.
Dankzij temperatuurbewaking, visualisering en archivering van gegevens kan de opslag zo worden gedocumenteerd dat de waarde behouden blijft. Hiervoor heeft JUMO een speciale ATEX-goedgekeurde meerpunts-temperatuursensor in het programma, waarmee temperaturen op verschillende hoogtes in een graansilo geregistreerd kunnen worden. Deze sensor is ontwikkeld bij de Franse JUMO-dochteronderneming in Metz en wordt daar ook geproduceerd.
De JUMO silosonde kan zowel op een metalen constructie als op een betonnen plaat gemonteerd worden. De aluminium of roestvrijstalen aansluitbehuizingen met IP6X bescherming maken het mogelijk het meetinzetstuk te vervangen wanneer de silo vol is. In de sensor zorgen Pt100 of Pt1000 sensoren volgens DIN EN 60751 voor een hoge meetnauwkeurigheid en herhaalbaarheid. De afzonderlijke meetpunten kunnen gelijkmatig over een totale lengte van maximaal 50 meter in de sensorbuis worden verdeeld.
JUMO biedt ook passende technologie voor het verzamelen en evalueren van gegevens. Dit begint met zenders voor Ex-toepassingen en leidt tot papierloze recorders zoals de JUMO LOGOSCREEN 700, die dankzij wiskundige en logische functies ook alarmen of andere systemen kan schakelen. Ook mobiele toegang tot de geregistreerde gegevens is altijd mogelijk via de smartphone met de JUMO Device App. Configuratiegegevens kunnen via een USB-geheugenstick worden overgedragen, zodat de verplichte programmering via een notebook niet meer nodig is. Voor uitgebreidere systemen kan ook het meet-, regel- en automatiseringssysteem JUMO variTRON worden gebruikt, dat ook over een registratiefunctie beschikt.
Graansilo's
De silotemperatuursensor van JUMO met een maximale lengte van 50 m
Continue temperatuurmeting zorgt voor veiligheid in de graansilo. De temperatuur kan worden gebruikt om het drogen en de ventilatie te controleren tot het graan klaar is om te worden opgeslagen en om ongedierteplagen en mycotoxinevorming door schimmel te voorkomen. Daartoe worden in de explosiegevaarlijke omgeving een 50 m lange temperatuursensor en een meetomvormer met ATEX-goedkeuring gebruikt. Een schermrecorder of het meet-, regel- en automatiseringssysteem stuurt alarmen en regelt het drogen en ventileren. Mobiele toegang tot de opgenomen gegevens is ook op elk moment mogelijk via een smartphone.