FAQ

Flowmeting – Wat je moet weten

Naast temperatuur- en drukmeting is flowmeting een van de belangrijkste taken in de industriële meettechniek. In principe kan de hoeveelheid flow met de meeste meetmethoden worden bepaald. In de praktijk is de keuze van de meetmethode afhankelijk van de betreffende toepassing. Weet jij welke flowsensor de beste keuze voor jouw toepassing is en wil je meer weten over verschillende flowmeetmethoden? Lees dan snel deze FAQ.

Inhoudsopgave

Hoe definieer je flowmeting?

Flowmeting bepaalt de hoeveelheid  medium per tijdseenheid die door een leidingsysteem stroomt. Het medium kan vloeistof, gas of stoom zijn. Bij het meten van de flow wordt onderscheid gemaakt tussen het meten van het flowvolume en de flowmassa.

Flowvolume

Het flowvolume is het volume dat per tijdseenheid (in l/u, cbm/u etc.) door een leiding stroomt. De meeste hier gepresenteerde systemen meten het flowvolume.

Flowmassa

De flowmassa wordt gedefinieerd als de massa die per tijdseenheid door een systeem stroomt (in kg/u, t/u etc.). Als de dichtheid van een medium constant is, kan de flowmassa bepaald worden door het flowvolume te vermenigvuldigen met de dichtheid. Als de dichtheid niet constant is – zoals vaak het geval is bij stoom en gassen – dient dit met behulp van metingen te worden vastgelegd.


Wanneer wordt flow gemeten?

Bij veel toepassingen hoeft alleen maar te worden gedetecteerd of er sprake is van een minimale flow van een medium. Het monitoren van de flow is dan noodzakelijk, bijvoorbeeld als droogloopbeveiliging voor pompen.

De hier gepresenteerde sensortechnologie wordt echter gebruikt voor continue flowmeting en wordt o.a. ingezet in de volgende toepassingen:

  • bij het afvullen van eindproducten in flessen, containers of tanks
  • bij het bewaken of weergeven van flow in verschillende processen
  • in systemen die onderhevig zijn aan kalibratie, zoals benzinepompen of warm en koudwatermeters

Wat zijn de vereisten voor flowmeting?

De eisen aan flowmeetapparatuur variëren sterk, afhankelijk van de meettaak. Voor het vullen is een goede herhaalbaarheid vereist en in het geval van verplichte ijking is ten minste in de EU een typegoedkeuringscertificaat vereist. Ook voor het bewaken en weergeven van de flowhoeveelheid in het proces zijn er talloze eisen, die afhankelijk zijn van een specifieke toepassing of branche. Deze eisen worden o.a. bepaald door de aard van het te meten medium en de nauwkeurigheidseisen, maar ook door wettelijke voorschriften zoals de richtlijn voor drukapparatuur in de EU of de explosiebeveiliging volgens de ATEX-richtlijn.


Voor welke media een flowsensor?

De media zijn onderverdeeld in 4 verschillende categorieën, waarvoor alleen geselecteerde sensoren kunnen worden gebruikt:

  • Geleidende vloeistoffen (>20 µS/cm): zuren, basen, bier, melk, drinkwater …
  • Niet-geleidende vloeistoffen: alcohol, glycolen, vloeistoffen op basis van minerale olie, gedeïoniseerd water ...
  • Gassen: zuurstof, stikstsof, perslucht, aardgas …
  • Stoom: natte stoom, verzadigde stoom, oververhitte stoom

Welke meetmethoden zijn er voor flowmeting?

Flowmeetapparatuur werkt volgens verschillende meetprincipes, maar ze kunnen niet alle media in de bovengenoemde categorieën meten. De volgende tabel geeft een overzicht van de gebruikelijke meetmethoden en laat zien welke vloeistofcategorieën ermee gemeten kunnen worden.

 
Coriolis
Magnetisch- inductief
Vortex
Calorimetrisch
Ultrasoon
Verschildruk
Impeller
Geleidende vloeistof              
Niet-geleidende vloeistof              
Gas              
Damp              

Groen = Standaard; Oranje = met voorzichtigheid; Rood = niet mogelijk/aanbevelingswaardig 

De tabel staat de uitsluiting van slechts één meetprincipe toe voor de betreffende vloeistofcategorie. In de video en de volgende beschrijvingen krijg je meer gedetailleerde informatie over de verschillende meetmethoden. 

Coriolis-flowmeting

De vrij complexe en zeer kostbare flowsensoren gebaseerd op het Coriolis-principe hebben een uniek verkoopargument vergeleken met alle andere hier gepresenteerde principes. Je kunt de flowmassa (kg/h, t/h etc.) bepalen, zelfs als de dichtheid niet constant is. 

Elke Coriolis flowmeter heeft één of meerdere meetbuizen die door een exciter in trilling worden gebracht. Een exciter ook wel "harmonic exciter" of "aural exciter" genoemd is een signaalbewerkingstechniek die een signaal kan verbeteren. Door het toepassen van dynamische equalisatie, fasebewerking en door het toevoegen van een subtiele hoeveelheid harmonische vervorming zorgt deze oscillatie voor extra verdraaiing veroorzaakt door de traagheid van de vloeistof.

v ~ φ.

Als de leiding gevuld is met een zwaarder medium, zal deze met een lagere frequentie oscilleren. De frequentie is een maat voor de dichtheid van het meetmedium. De flowsensor bepaalt de flowmassa via de flow en dichtheid.

Coriolis-flowsensoren worden beschouwd als de meest nauwkeurige in-line flowmeters op de markt; specificaties beginnen bij 0,05 % van de meetwaarde.

Coriolis-flowsensor
Voordelen hoge nauwkeurigheid, bepaling van de flowmassa, geen in- en uitlaatsecties
Nadelen zeer hoge kosten, drukverlies, gevoelige reactie op gasbellen in vloeibare media

Magnetisch-inductieve flowmeting

Een magnetisch inductieve flowsensor (MID) meet volgens de wet van Faraday (het verband tussen een veranderend magneetveld en het daardoor opgewekte elektrische veld) over elektromagnetische inductie. Het bestaat uit een metalen meetbuis waar het geleidende meetmedium doorheen stroomt. Spoelen creëren een magnetisch veld dat loodrecht op de stromingsrichting door het medium wordt geleid.

Terwijl de geleidende vloeistof door het magnetisch veld beweegt, ontstaat een bepaalde spanning. Deze spanning wordt gemeten met behulp van elektroden die in een hoek van 90° ten opzichte van de vloeistof en het magnetisch veld zijn geplaatst.

De geïnduceerde spanning is evenredig met de stroomsnelheid.

Magnetisch-inductieve flowsensor

Magnetisch-inductieve flowsensor

De geïnduceerde spanning is evenredig met de stroomsnelheid.

v ~ Uind

Magnetisch-inductieve flowsensor
Voordelen hoge nauwkeurigheid, geen drukverlies, geen/kleine in- en uitlaatafstanden, flexibele toepassingsmogelijkheden
Nadelen hoge kosten, alleen voor geleidende media

Ultrasone flowmeting

Bij ultrasone flowmeting worden hoofzakelijk twee verschillende fysische principes gebruikt: het transittijd-principe en het Dopplerprincipe. Het hier beschreven transisttijd-principe domineert de markt.

Ultrasoon geluid is een mechanische of akoestische golf die tegen de stroom in wordt afgeremd en met de stroom wordt versneld. Bij het meten van de flow met behulp van ultrasoon geluid worden de verschillende transitietijden (met en tegen de flow) gemeten over dezelfde afstand. Het verschil tussen de twee tijden is de maat voor de stroomsnelheid. 

V ~ t

Om het tijdsverschil te kunnen meten zijn 2 meetomvormers nodig, die dienen als "luidspreker" en "microfoon". 

Ultrasone flowsensoren
Voordelen nauwkeurigheid, laag drukverlies (afhankelijk van de mechanische uitvoering van de leiding/meetomvormer), korte in- en uitloopafstanden
Nadelen meting alleen mogelijk tot een maximaal aandeel gasbellen en vaste stoffen, geen meting bij media met zeer hoge viscositeit

Vortex-flowmeting

Het vortex-meetprincipe is gebaseerd op het Kármán-wervelprincipe, waarbij een obstakel in de vloeistof- of gasstroom een werveling veroorzaakt. In de praktijk ontstaat er een werveling in het langs stromende medium door het inbrengen van een specifiek gevormd object in de pijpleiding. De wervelingen werken in tegengestelde richtingen en bevinden zich afwisselend links en rechts van het verstorende object. De rimpelingen vormen lokale drukverschillen achter het object, deze worden geregistreerd door een daartoe geschikte druksensor. De flowsensor meet het aantal rimpelingen per tijdseenheid, oftewel de frequentie van de optredende rimpelingen. De frequentie is evenredig met de stroomsnelheid en dus de doorstroomhoeveelheid.

v ~ ƒ

Vortex-flowsensor
Voordelen voor vloeistoffen, gassen + stoom, hoge drukken + temperaturen mogelijk, kosteneffectieve versies beschikbaar
Nadelen alleen waterachtige viscositeiten mogelijk, geen "low flow" toepassingen

Calorimetrische flowmeting

Het proces maakt gebruik van 2 weerstanssensoren, waarvan er één wordt gebruikt als verwarmingselement en de andere als meetelement voor de mediumtemperatuur. Het temperatuurverschil tussen de Pt100 en het medium wordt constant gehouden, het daarvoor benodigde verwarmingsvermogen wordt gemeten. Hoe hoger het debiet van het medium, des te meer verwarmingsvermogen er nodig is om het temperatuurverschil in stand te houden. Op deze manier kunnen conclusies worden getrokken over het betreffende debiet op basis van het verwarmingsvermogen.

Het geleverde vermogen is een maat voor de stroomsnelheid:

v ~ P

Calorimetrische flowsensor

Calorimetrische flowsensor

Calorimetrische flowsensor
Voordelen Kosteneffectieve sensortechnologie voor gas + vloeistof, lekmetingen mogelijk
Nadelen Aanhechtend vuil/vocht (met gas) beïnvloedt de meting, de nauwkeurigheid is vrij laag bij "goedkope" oplossingen, het meetresultaat is afhankelijk van het medium

Onze calorimetrische flowsensor

Calorimetrische flowsensoren

In elke inbouwpositie

Robuuste uitvoering

Flowmeting met drukverschil

Primaire drukgevers zijn o.a. venturi’s, pitotbuizen en venturibuizen. Geïnstalleerd in de leiding genereren ze een effectief druk of verschildruk, die wordt gemeten via de statische druk voor en na de opening of vernauwing. De doorstroomsnelheid kan worden bepaald uit het drukverschil met behulp van de Bernoulli-vergelijking; deze is evenredig met de vierkantswortel van het drukverschil:

v ~ √△p

Om de effectieve druk te meten, zijn geschikte verschildruksensoren vereist. De nauwkeurigheid bestaat dus uit de onzekerheid van de primaire drukgever en de drukverschilsensor.

Primaire drukgever

Primaire drukgever

Drukomvormers
Voordelen hoge temperaturen + drukken mogelijk dankzij de mechanische flexibiliteit van de primaire druktransmitter, voor gas, vloeistof + stoom
Nadelen beperkte meetdynamiek door de verhouding tussen minimale en maximale flow (1:5 tot 1:7), ongunstige nauwkeurigheid-kostenverhouding bij kleine diameters

Impeller  flowmeting

De impeller wordt door de stroming geroteerd. De op de behuizing gemonteerde inductieve pulsgever zendt een puls uit voor iedere rotatie die optreedt. De pulsfrequentie is een directe maatstaf voor de stroomsnelheid. 

v ~ ƒ

Veel impellersensoren geven het pulssignaal direct door aan een evaluatie-eenheid die data gebruikt om het debiet te bepalen. Als alternatief kunnen sensoren worden uitgerust met elektronica die het pulsignaal omzet in een analoog signaal en dit vervolgens doorgeeft aan een evaluatie-eenheid. 


Impeller-flowsensor

Impeller-flowsensor

Impeller - flowsensoren
Voordelen kostengunstige bouwvormen beschikbaar, inzet in corrosieve media mogelijk door flexibel gebruik van materialen
Nadelen vanwege startwrijving is toepassing met laag debiet in slechts beperkte mate mogelijk; door de bewegende delen is het systeem niet slijtagevast

Hoe kies je de juiste sensor voor flowmeting?


Het meetprincipe dient  zoals hierboven beschreven  geschikt te zijn voor het medium. Andere eisen waaraan een flowsensor moet voldoen zijn onder meer:

  • Bedrijfsomstandigheden (stroombereik, druk, temperatuur, materiaalcompatibiliteit)
  • Installatievoorwaarden (inlaat-/uitlaatsecties, leidingtracering, installatie)
  • Omgevingsomstandigheden (temperatuur, vochtigheid, trillingen)
  • Wettelijke vereisten (explosiebeveiliging, kalibratievereiste)

Voor een juiste selectie gelden tevens de volgende praktische voorwaarden:

  • Vaste of gasvormige componenten
  • Geen optimale inbouwsituatie
  • Kosten versus nauwkeurigheid

Vanwege de verschillende uitdagingen adviseren wij je altijd professioneel advies in te winnen zodat je de juiste flowsensor voor jouw toepassing kunt selecteren.